De brandweermannen
( wijze: de wielen van de bus)
De brandweersirene doet wiehoewie, wiehoewie, wiehoewie
de brandweersirene doet wiehoewie, als we een brand gaan blussen.
De brandweermannen doen dan snel, doen dan snel, doen dan snel,
de brandweermannen doen dan snel hun brandweerkleren aan.
Ze gaan in de wagen, vlug, vlug, vlug,
vlug, vlug, vlug, vlug, vlug, vlug
ze gaan in de wagen vlug, vlug, vlug
op weg naar het brandje.
De slangen rollen, roetsj, roetsj, roetsj,
roetsj, roetsj, roetsj, roetsj, roetsj, roetsj
de slangen rollen roetsj, roetsj, roetsj
en daar komt dan het water.
De mannen blussen pffff, pfff, pfff
pfff, pfff, pfff, pfff, pfff, pfff
de mannen blussen pfff, pfff, pff, en weg is dan het brandje!